Uitwatering van de Schagerkogge
Het dorp Kolhorn lag tot 1844 aan zee. Op deze plek werd het teveel aan water van het voormalige waterschap Schagerkogge via een sluis gespuid (pijl op de foto). Om te kunnen spuien, moest het eb zijn. De uitwatering verliep goed totdat rond 1500 het land onder zeeniveau daalde. Wat de uitwatering bovendien in toenemende mate belemmerde, was de afzetting van slib vóór de dijk.
Als gevolg van de spuiproblemen vlotte de uitwatering van de grote sloten niet die het water van de polders afvoerden. Zo ontstond wateroverlast in de polder zelf. Boeren wilden een oplossing, maar de stad Schagen vond de problemen wel meevallen. In 1738 werd eindelijk de grote stap gezet: waterschap Schagerkogge besloot vlakbij de zeesluis drie molens te bouwen.
De molens maalden het water uit het hoofdwatersysteem (de boezem) omhoog in de bovenkolk (blauwe pijl op de foto). Die sloot aan op de sluis. Het peil in de kolk was hoger, zodat er met enige regelmaat gespuid kon worden. Een van de molens stond op de plek die de rode pijl aanwijst. De andere stonden verder naar het westen.
De Zuiderzee vormde intussen slibberige gronden. Tussen 1844 en 1847 werden ze ingepolderd onder de namen Waard en Groet. De Omringdijk (zwarte lijn op de kaart) lag daardoor niet meer aan zee. Om te kunnen blijven spuien, werd vanaf de sluis (pijl) een uitwatering langs Kolhorn gegraven (A). Die sloot aan op een afwateringskanaal (B), dat de nieuwe polder op last van de waterschappen had gegraven.
Stoomtechniek had inmiddels grote vooruitgang geboekt. Er was een netwerk van ingenieurs, machinefabrieken en kolenleveranciers ontstaan. Stoom was voor een waterschap een betrouwbare en betaalbare optie geworden. In 1871 kwam bij de molens het stoomgemaal De Schagerkogge gereed. Het werd ingeschakeld als de wind het liet afweten, maar ook als het te hard woei. Een molen kan namelijk in brand vliegen als hij te snel draait.
Het gemaal was niet het werk van waterschap Schagerkogge, maar van een speciaal heemraadschap dat sinds 1861 de molens beheerde. Dit waterschap liet in 1927 een elektrisch gemaal in Kolhorn bouwen. Dat was zo sterk, dat het stoomgemaal en de molens buiten gebruik konden worden gesteld. De molens werden in 1939 afgebroken, het gebouw van het stoomgemaal staat nog vóór ons (foto), zij het zonder schoorsteen.
Het elektrische gemaal in Kolhorn (foto) deed dienst tot 2007. Het watersysteem wordt sindsdien bemalen door een elektrisch gemaal ten westen van het dorp. Dat heet net als zijn voorgangers Schagerkogge.
Achter de bovenkolk lag oorspronkelijk de Omringdijk (zwarte lijn op de kaart), maar die werd in 1934 doorgegraven. Men wilde de kolk in het nieuwe kanaal Schagen-Kolhorn opnemen. Hiertoe moest zij worden verbreed en daar moesten enkele honderden meters van de dijk voor wijken. U staat bij de punt van de pijl, de rode stippen geven aan waar de molens stonden.