Gemaal Lely
In de nacht van 13 op 14 januari 1916 ging de Zuiderzee woest tekeer. In meerdere provincies braken de dijken. De Westfriese Omringdijk hield stand. Naar aanleiding van de ramp werd in 1918 de Zuiderzeewet aangenomen. Die volgde in grote lijnen de ideeën van civiel ingenieur en Minister van Waterstaat Cornelis Lely (1854-1929, foto): de Zuiderzee werd onderbroken door een zeedijk tussen Noord-Holland en Friesland, de Afsluitdijk. Zo ontstond tussen Noord-Holland, Friesland, Overijssel en Utrecht het IJsselmeer.
Lely had een aantal polders bedacht die in het IJsselmeer moesten worden gesticht. Nederland kon nieuwe landbouwgrond goed gebruiken. De Wieringermeer was de eerste grote IJsselmeerpolder (1927-1930). Helemaal in het zuidoosten van de polder, vlakbij Medemblik en de Omringdijk, vinden we het gemaal dat naar Lely is vernoemd.
Voor het droogleggen van de Wieringermeer bouwde men twee gemalen: Lely bij Medemblik en Leemans bij Den Oever. Op de foto zien we de grote bouwput die speciaal voor de bouw van Lely in het nog zoute water werd aangelegd. Eind 1929 was het gemaal klaar voor gebruik. Cornelis Lely mocht dat niet meemaken: hij was in januari dat jaar overleden.
Het gemaal is zonder meer een blikvanger. Architect Dirk Roosenburg ontwierp een gebouw in modernistische stijl: zakelijk wit met rechte lijnen en de nadruk op symmetrie. Ook de installatie was modern. Waar veel gemalen nog op stoom of diesel draaiden, daar werden de pompen van Lely door drie krachtige elektromotoren aangedreven.
De gemalen Lely en Leemans werden in februari 1930 officieel in gebruik genomen. In een half jaar tijd maalden ze heel de Wieringermeer droog. Op deze schoolplaat zien we gemaal Lely in de pas drooggevallen polder. In de witte huizen naast het gemaal woonden de machinisten. Daar werd het eerste kind van de Wieringermeer geboren. Rechts zien we een stroompaal. Speciaal voor het gemaal werd een nieuwe hoogspanningskabel gelegd. De transformatorruimte op de bovenverdieping heeft tot de jaren tachtig zowel Lely als Medemblik van stroom voorzien.
De Wieringermeer ligt vier à vijf meter onder NAP. Ter vergelijking: het waterpeil in het IJsselmeer ligt tussen de 0,1 en 0,4 meter onder NAP. Het water uit de Wieringermeer stroomt via drie kanalen naar het gemaal toe (pijl op de foto). In de polder vertakken die zich in kleinere waterwegen.
In de voorgevel van het gemaal is deze gedenkplaquette ingemetseld. Op 17 april 1945 bliezen de Duitsers de dijk van de Wieringermeer op. Er vielen voor zover bekend geen slachtoffers, maar de schade was enorm. De ramp leerde dat het een goed idee was de elektromotoren en transformatorruimte van het gemaal op de bovenverdiepingen te plaatsen. Zij bleven gespaard.
De onderwaterzetting van de Wieringermeer was gepland en de Duitsers hadden het peil van het IJsselmeer al een jaar expres hoog gehouden. In april 1945 was de oorlog echter zo goed als voorbij. Waarom de Duitsers het plan evengoed uitvoerden, is niet helemaal duidelijk.
Het was van groot belang het water voor de winter uit de blank staande polder te verwijderen. Omdat Lely en zustergemaal Leemans bij Den Oever daar niet voldoende capaciteit voor bezaten, werden er hulppompen geïnstalleerd. Lely kreeg hulp van vier zulke pompen. In december '45 was de polder opnieuw drooggemalen. Het volgende jaar werd er 'gewoon' geoogst, want het weggepompte water was zoet, een geluk bij een ongeluk.
De installatie van gemaal Lely is recent vernieuwd. Er draaien grotere motoren en de pompen hebben andere waaiers gekregen, zodat vissen er veilig tussendoor kunnen zwemmen. Op de foto zien we een nieuwe motor, veel groter dan het oude, witte exemplaar op de achtergrond.