Jacob Claessesluis, Zijpersluis
Een goed waterstaatsbeheer vereist samenwerking. Geen waterschap kan alles alleen af. Maar die samenwerking liet in het verleden nog wel eens heel wat te wensen over. De Jacob Claessesluis is een monument dat herinnert aan de eeuwenlange strijd tussen de Zijpepolder en het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen. Het hoogheemraadschap won uiteindelijk – en wilde dat iedereen dat wist ook.
De Zijpe was de eerste grote bedijking in Noord-Holland en in veel opzichten ook de lastigste. De nieuwe polder werd herhaaldelijk overstroomd. Pas in 1597, ruim veertig jaar na de eerste indijking, bleef de Zijpe droog. In de tijd dat de Zijpe ‘gemeen met de zee’ lag gaven sommige polderbestuurders de hoop niet op. Een van hen was de Amsterdamse koopman Jacob Claesz (1530-1587), sinds 1566 heemraad en vanaf 1569 tot zijn dood penningmeester van de Zijpe.
Koning Filips II speelde een belangrijke rol bij de moeizame bedijking van de Zijpe. Hij gaf in 1564 de bedijkers toestemming een sluis aan te brengen in de Oude Schoorlse Zeedijk, zodat de nieuwe polder water kon uitlaten en er scheepjes door konden varen. Waarom de sluis naar Jacob Claesz werd genoemd is onbekend. Men vergat het ook wel eens en had het dan over de ‘Oude Sint Jacobs Sluis’ of de ‘Zijpersluis’.
In de 17de en 18de eeuw werd de sluis berucht als lijdend voorwerp van strijd tussen steden en waterschappen met verschillende belangen. In de jaren 1630 hoopte de stad Alkmaar bijvoorbeeld meer handel aan te trekken door het mogelijk te maken dat vanuit de Zuiderzee via de Grote Sloot door de Zijpe zeevarende schepen naar Alkmaar konden varen. Amsterdam en Haarlem staken daar echter een stokje voren en hielden angstvallig in de gaten dat de Jacob Claessesluis niet werd verbreed.
Ook het polderbestuur van de Zijpe en het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen hadden langdurig ruzie over de sluis. De door het hoogheemraadschap beheerde Schermerboezem moest bij hoog water naar het noorden kunnen afwateren via de Zijpe, maar kon juist dan vaak het water niet kwijt omdat de polder uit welbegrepen eigenbelang de sluis gesloten hield. Het hoogheemraadschap wilde daarom zeggenschap over de sluis en voerde er lange rechtszaken over in Den Haag – terwijl zowel het hoogheemraadschap als de Zijpepolder zetelden in Alkmaar, dicht bij elkaar.
Soms was er even een oplossing, maar aan eeuwen van twist kwam pas een einde in 1808. In 1797 had het provinciebestuur de sluis toegewezen aan het hoogheemraadschap, maar de Zijpe leverde taai verzet. De doorbraak kwam toen Nederland in 1806 een koninkrijk werd. De landdrost, een soort commissaris des konings, kon nu bepalen dat de sluis van het hoogheemraadschap was, punt uit. Voortaan mocht de Zijpe de sluis alleen nog maar sluiten als de polder bedreigd werd door hoog water.
Het hoogheemraadschap liet meteen het houten sluisje vervangen door een veel grotere en bredere stenen sluis die bij hoog water kon worden afgesloten met neerlaatbare schuiven. Er waren twee sluiskokers nodig omdat een enkele grote schuif niet ging. Bouwmeester van de sluis was de ‘timmerbaas’ van het hoogheemraadschap, Cornelis Kuyper (1757-1825), in dienst van 1782 tot 1822. De Alkmaarse steenhouwer Casper Josephus Bottemanne (1757-1812) kreeg opdracht twee fikse gedenkstenen te maken.
Op 29 juni 1809 werd om twaalf uur ‘s middags de eerste steen plechtig gelegd door vier kinderen, zoontjes van de dijkgraaf, de secretaris en twee hoogheemraden. Daarna kregen de genodigden een uitgebreide lunch. Onder hen waren de landdrost en zeven dijkgraven. De dijkgraaf van de Zijpe met zijn heemraden waren als voornaamste gasten aanwezig.
Of het polderbestuur van de Zijpe de lunch en het diner, ‘s-avonds in Alkmaar, heel gezellig vond, wordt niet vermeld. In elk geval zal de voltooide sluis de bestuurders wel wat hebben doen slikken: aan de Zijperkant van de sluis prijkte nu het wapenschild van Uitwaterende Sluizen. Het was wel heel duidelijk wie er na al die eeuwen had gewonnen.
Aan de noordkant van de sluis werden de familiewapens van de dijkgraaf en hoogheemraden van Uitwaterende Sluizen geplaatst. Daarmee had de Zijpe als het ware een fraaie 'toegangspoort' gekregen. De schuiven werden in 1912 vervangen door schotbalken die werden bewaard in het toen naast de sluis gebouwde loodsje. Ook de schotbalken werden alleen gebruikt bij overstromingsgevaar. De sluis is tussen 2016 en 2017 uitgebreid gerestaureerd.
Extra
- Over de sluizenstrijd tussen Alkmaar en Amsterdam en Haarlem kunt u meer lezen in de beschrijving van de Schermersluis in Nauerna.
- Zijpersluis ligt een beetje in een uithoek: wie wil fietsen of wandelen naar de sluis moet een deel van de route over en rondom de Westfriese Omringdijk afsnijden via Krabbendam.
- Hetzelfde geldt voor de derde etappe van het Streekpad Westfriese Omringdijk.
- Een andere, kleinere wandelroutes die in de buurt komt is de Nuwendoornroute.