Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen bepaalt dat wij op tijd moeten besluiten op een vergunningaanvraag of bezwaarschrift. Doen we dit niet, dan bestaat de kans dat we een geldsom (dwangsom) moeten betalen.
Voorwaarden
Als wij niet binnen een vastgestelde tijd een besluit nemen, overschrijden we de beslistermijn. We blijven dan 'in gebreke', zoals dat officieel heet.
Een vastgestelde tijd kan zijn:
- een termijn die in de wet is vastgelegd;
- een 'redelijke' termijn. Een termijn van acht weken na aanvraag wordt als redelijk aangemerkt, maar in sommige gevallen kan het langer duren.
Zo werkt het
Als u een vergunning aanvraagt of een bezwaarschrift indient, mag u er van uitgaan dat wij daar tijdig op antwoorden. Gebeurt dat niet, dan kunt u ons daarop aanspreken en in gebreke stellen. Wij hebben dan nog twee weken om alsnog een besluit te nemen.
Is er dan nog geen besluit genomen, dan verbindt de wet daaraan twee gevolgen:
-
Wij moeten een geldsom (dwangsom) betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden. De dwangsom geldt ten hoogste voor 42 dagen en bedraagt maximaal € 1.260.
Wij stellen de hoogte van de geldsom vast. Dit doen we uiterlijk twee weken na de laatste dag waarover een dwangsom verschuldigd is. Dit bedrag moeten we vervolgens binnen zes weken op uw rekening storten.
-
U kunt direct beroep bij de rechter instellen:
U hoeft niet meer eerst bij ons bezwaar te maken tegen het uitblijven van een beslissing. Verklaart de rechtbank het beroep gegrond? Dan zijn wij verplicht om alsnog binnen twee weken een besluit te nemen.