Poldermolen de Woudaap, Krommeniedijk
Aan de Nauernasche Vaart staat sinds ongeveer 1651 een van de bekendste poldermolens van Noord-Holland, de Woudaap. Lezers van de befaamde Kameleonreeks denken bij die naam aan de poldermolen aan het Friese meer waar de broertjes Klinkhamer op rondvaren. Schrijver Hotze de Roos ontleende de naam dan ook aan de Noord-Hollandse Woudaap, vlakbij zijn woonplaats Krommenie.
De Woudaap is een nog altijd maalvaardige molen die tot begin 21ste eeuw polder Het Woud bemaalde en sindsdien nog in geval van nood kan worden ingezet. Het Woud oftewel de Krommenieër Woudpolder was tot het midden van de 17de eeuw buitendijks land dat zijn naam ontleende aan het moerasbos dat daar ooit groeide, voor het weiland werd. Door de inpoldering van de Noord-Hollandse meren in het begin van de 17de eeuw kwamen deze weilanden steeds vaker onder water te staan. Bepoldering werd noodzakelijk.
In 1650 werd begonnen met de bedijking van Het Woud. De molen nodig om de nieuwe polder te bemalen werd in of vlak na 1651 gebouwd op de hoek van de Nauernasche Vaart en de Tap- of Tochtsloot. Deze waterlopen langs de polder maakten deel uit van de Schermerboezem, de wateropslag van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen. Ondanks de bemaling bleef Het Woud een zeer nat gebied waar bij aanhoudende regen veel wateroverlast was.
De molen ontleende zijn naam vermoedelijk aan de woudaap, een kleine reigersoort die zich in Het Woud goed thuis zal hebben gevoeld. De mensenschuwe moerasvogel houdt van dicht rietwoud, klemt zich met zijn lange tenen vast aan de rietstengels en klautert als een aapje door het riet. Andere namen zijn onder meer woudhopje en wouwaapje. Dat laatste omdat zijn baltsroep zo klinkt: wouw-wouw-wouw. Helaas is de woudaap zeldzaam geworden: rond 1970 waren er 200 broedparen in Nederland, nu nog maar 20.
Zoals veel Noord-Hollandse poldermolens is de Woudaap een achtkante binnenkruier, achthoekig dus, en met een kap die aan de binnenkant naar de wind kan worden gedraaid. Tot 1864 had de molen een scheprad. Toen dat rad het water niet meer weg kreeg werd het vervangen door een houten vijzel. Die moest zo vaak worden vervangen dat er in 1916 een duurzamer ijzeren vijzel werd geplaatst. Van meet af aan was er een sluis naast de molen, de Woudaapsluis. Er stond ook een houten schuurtje dat in 1874 afbrandde en toen werd herbouwd in steen.
Vanaf 1877 hoefde de Woudaap het malen niet meer alleen te doen. Vanaf toen werkten de polders Krommenie en Het Woud samen met de bouw en het onderhoud van een stoomgemaal, De Rapide. De Woudaap zou voortaan ook gezamenlijk worden onderhouden. De polders betaalden naar gelang het aantal hectares dat de beide polders besloegen: Krommenie 307/706de deel en Het Woud 399/706de deel. In 1948 zouden de polders samengaan en heette het gebied voortaan de Krommenieër-Woudpolder.
De Woudaap bleef tot in de jaren zeventig een beeldbepalend landschapselement en moet de Fries Hotze de Roos (1909-1991) ook zijn opgevallen. Hij vestigde zich in 1934 in Krommenie en in 1948 verscheen zijn eerste kinderboek, De Schippers van de Kameleon, met als hoofdrolspelers Hielke en Sietse Klinkhamer. De Kameleonreeks speelt zich af in Friesland maar De Roos vond inspiratie dichtbij huis: de achternaam Klinkhamer kwam veel voor in Krommenie en er zaten ook Klinkhamers in het polderbestuur van Het Woud.
In 1954 werd een elektromotor geplaatst in de Woudaap, maar de laatste beroepsmolenaar, Henk Borst (1930-2002), maakte daar weinig gebruik van, want ‘de wind heb je voor niets’. Borst stamde uit een geslacht van Zuid-Hollandse watermolenaars en bracht Zuid-Hollandse stijlkenmerken aan op de molen. Het molenaarschap was geen vetpot: Borst hield ook geiten en koeien en viste in de polder. Hij was verknocht aan de Woudaap en bleef tot zijn dood de molen bemensen.
De Woudaap stond als het ware symbool voor de polder. Tijdens de jaarlijkse dijkenschouw in mei bezocht het polderbestuur rond het middaguur altijd de Woudaap. In een speciaal polderkamertje werd dan vergaderd en gegeten. Molenaarsvrouw Borst serveerde eerst een stevige borrel en daarna een in beste boter gestoofd zootje aal. Na een half uurtje uitrusten op de polderdijk was het bestuur dan weer voor melktijd thuis.
Na de dood van Borst was de verzakte molen aan grootscheepse restauratie toe. In 2008 werd een nieuw vijzelgemaaltje gebouwd naast de molen, in de stijl van een Zaans huisje. Daarna werd de molen geheel gerestaureerd en teruggebracht in Zaanse stijl. De vanuit het zuiden opdringende bebouwing van Krommenie heeft de laatste tientallen jaren de windvang helaas sterk verminderd maar de molen kan nog steeds malen.
Extra
Poldermolen de Woudaap wordt bewoond en kan niet worden bezocht.
Beeld en geluid van een roepende woudaap in het riet:
De Woudaap is een fotogenieke stop op de Krommenieër-Woudpolderroute (Wandelnetwerk Noord-Holland).
Fietsen langs de Woudaap kan ook goed: een mooie route is de Jubileumfietsroute (Laag Holland).
Een andere mooie route is de fietsroute Crommenije en Stelling van Amsterdam (Oer-IJ).
De instandhouding van de molen wordt mede mogelijk gemaakt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de provincie Noord-Holland.