Ontluchting, ontlastput en noodoverloop
Bij regenval moet de lucht in het riool plaats maken voor water. In het rioolsysteem moeten dus ontluchtingspunten zijn. Nieuwe woningen hebben daarvoor meestal een standleiding. Bij oude woningen ontbreekt deze leiding. In de praktijk betekent dit dat de lucht uit de riolering ontsnapt via de regenpijp. Als er geen standleiding aanwezig is en de regenpijp wordt losgekoppeld van de riolering, zoekt de lucht een andere weg om te ontsnappen. Vaak heeft dit borrelende toiletten en wasbakken tot gevolg.
Je kunt dit voorkomen door een alternatieve ontluchtingsleiding aan te leggen. Daarnaast is het handig om een ontlastput aan te leggen in de buurt van de oudere regenwaterafvoer. Je moet ervoor zorgen dat het regenwater ook weg kan lopen wanneer de infiltratievoorziening bij een extreem zware regenbui helemaal vol is. Dit noemen we de noodoverloop.
Omschrijving werking ontluchting, ontlastput en noodoverloop
-
Het regenwater (A) afkomstig van de dakgoot loopt via de regenpijp of bovengronds of ondergronds naar de infiltratievoorziening. - Als het afvalwater of regenwater door een verstopping niet snel genoeg kan wegstromen, dan kan het water via een ontlastput of via een schrobputje (B) weglopen in de tuin.
- Als de infiltratievoorziening helemaal vol is en het water kan oppervlakkig niet naar een lager punt stroomt, dan kan het regenwater (C) via de noodoverloop (ontlastput of schrobputje) weglopen via de riolering (C).
- De lucht (D) uit de riolering kan nu ontsnappen via een tweede buis aan de muur die is aangesloten op de riolering.