Museumgemaal Wilhelmina
Het Museumgemaal Wilhelmina met machinistenwoning in Amsterdamse Stijl valt op in het open landschap van de Schermerpolder. Het gemaal is sinds 1995 een museum en in de zomermaanden iedere zondag open.
Van wind naar elektriciteit
De Schermeer, met een oppervlakte van circa 4800 hectare, is van 1633 tot 1635 drooggelegd door 52 windmolens. Terwijl de omliggende polders na windbemaling overgingen op stoombemaling, bleef polder de Schermer gebruik maken van windbemaling. Het systeem werkte goed en daarom werd er afgezien van dure stoomgemalen. Aan het begin van de 20ste eeuw kwamen de grenzen van de molenbemaling echter in zicht. De landbouw stelde steeds hogere eisen aan de waterbeheersing en bij molens bleef de wind altijd een onzekere factor. Bovendien liepen zowel de onderhoudskosten van de molens als de lonen van de molenaars steeds hoger op. Daarom besloot het polderbestuur in 1925 moderne elektrische gemalen te bouwen. Door het elektrisch bemalen van de polder werden de molens overbodig. Van de oorspronkelijke 52 windmolens uit de 17de eeuw, resteren er nu nog maar 11.
Oranje gemalen
De elektrische gemalen krijgen namen van het Koninklijk Huis: Emma bij Grootschermer, Wilhelmina bij Schermerhorn en Juliana bij Driehuizen. De koninklijke namen zijn in een geel tegeltableau met bakstenen rand in de voorgevels aangebracht. De technische realisatie van de gemalen was in handen van het Amsterdamse ingenieursbureau W.C. en K. de Wit. Dat huurde goede architecten in voor het ontwerp van de gebouwen.
De opzichter over de bouw, Gerrit Verheus, woonde samen met zijn vrouw en dochters in een molen bij gemaal Wilhelmina. De jongste dochter, mevrouw Mies Kikkert-Verheus, herinnerde zich dat haar vader eindeloos kampte met lekke fietsbanden door de scherpe basaltsteenslag waarmee de wegen in de Schermer waren verhard. Als drinkwater werd regenwater uit een ton gebruikt, het toilet bestond uit een ‘huisje op de sloot’ en ’s winters was het in de molen zo koud dat haar adem op de dekens bevroor. Iedere dag liepen de twee zusjes een heel eind naar school in Schermerhorn. Als ze op de terugweg dorst kregen, dan schepten ze met hun handen water uit de ringvaart!
Gemaal Wilhelmina en Beatrix
In 1928 is gemaal Wilhelmina met aangebouwde dienstwoning in gebruik genomen. In de machinehal staan twee Stork centrifugaalpompen, aangedreven door elektrische motoren. Onder normale omstandigheden draaide één pomp. Bij veel wateraanbod vanuit de polder draaiden beide pompen. Het gemaal is opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School. Kenmerkend zijn de horizontale raampartijen, bakstenen gevels en de grote overstek van het dak. Het gemaal heeft drie machinisten gekend. De laatste was actief tot 1993, daarna zijn de pompen definitief stilgelegd.
Omdat gemaal Wilhelmina geen peilverlagingen meer aan kon, is in 1991 het naastgelegen gemaal Beatrix gebouwd. Dit kleine, maar zeer krachtige gemaal is volautomatisch en heeft geen machinist meer nodig. Ook gemaal Juliana werd vervangen door gemaal Willem-Alexander. Beide gemalen werden op 2 juni 1998 door kroonprins Willem-Alexander in werking gesteld. Na een bezoek aan het museumgemaal voer hij met een rondvaartboot door de ringvaart van gemaal Beatrix naar gemaal Willem-Alexander bij Driehuizen. Vlak voor de aankomst barstte een gigantische hoosbui los. Daar trok Willem Alexander zich gelukkig niets van aan!
Museum
Het initiatief van eigenaar Waterschap Het Lange Rond om het oude gemaal Wilhelmina een nieuwe bestemming als museum te geven, kreeg direct brede steun in de Schermer. Museumgemaal Wilhelmina opende in 1995 de deur. Hier wordt de geschiedenis van waterbeheer verteld. Alle installaties zijn nog aanwezig, alleen ondergronds is het gemaal ontmanteld. Het woonhuis is niet toegankelijk voor publiek. Buiten staat een oriëntatiepunt op de plek van een gesloopte windwatermolen.