Maaien en biodiversiteit
Maaien en biodiversiteit
Het gaat niet goed met de biodiversiteit. Maaien is nodig, maar het blijft een forse ingreep voor de flora en fauna. Winst valt er te behalen door meer rekening te houden met het leefgebied van planten en dieren. Door ondertekening van Groen Kapitaal 2015, de Motie instandhouding insecten en Green Deal Infranatuur hebben wij als waterschap beloofd ons in te spannen voor de biodiversiteit in ons werkgebied. Daarom maaien wij, afhankelijk van de locatie, later en/of minder waarbij verschillende maaistrategieën worden gevolgd. Voor alle maaiwerkzaamheden geldt wel dat de veiligheid en functie steeds gewaarborgd blijft en de Wet natuurbescherming niet wordt overtreden.
Ruimte voor groei in het water
In het watersysteem zetten we in op ruimte voor groei. Daar waar de watergang breder is dan noodzakelijk krijgen water- en oeverplanten meer de ruimte door minder te maaien.
Natuurvriendelijke oevers
Natuurvriendelijke oevers maaien we in fases waarbij grote gedeelten vegetatie blijven staan. Deze oevers bestaan uit natte brede ondiepe zones met onder en boven het water uitstekende watervegetatie. Hoe breder deze zone van openwater naar droog talud hoe hoger de biodiversiteit. Natuurvriendelijke oevers vormen 'het huis van de vis' en als dit in orde is komt de rest aan andere soorten zoals waterinsecten en amfibieën vanzelf. De aanwezige plantenstructuur vormt een aanhechtingsplaats voor visseneitjes en een schuilplek voor jong vissenbroed o.a. tegen vraat door de snoek. De drogere (riet)zone vormt 'het huis van vogels en kleine (zoog)dieren'. In het voorjaar is overjarig riet nodig voor de nestbouw van o.a. rietzangers.
Hooilandbeheer: ruimte voor meer variatie in soorten
Voor verbetering van de biodiversiteit starten we in 2020 op 200 ha van de dijken met hooilandbeheer (maaien en afvoeren). Door maaisel na iedere maaibeurt af te voeren komen minder voedingsstoffen in de bodem, verstikt de onderliggende vegetatie niet en kan zich een lichtere en gevarieerdere vegetatie (en fauna) gaan ontwikkelen. Het hooilandbeheer passen we vooral toe op dijken die een ecologische verbindingszone vormen tussen de verschillende natuurgebieden.
Bloemrijke dijken
Om de natuur een handje te helpen zaaien we enkele dijken in met een bloemen-/kruidenmengsel die past op de Noord-Hollandse dijken. Bloemrijke dijken vormen een zaadbron voor verdere verspreiding. Een soortenrijke grasmat met bloemen heeft, naast een groter voedselaanbod voor insecten, onder de grond ook een meer gevarieerde wortelstructuur en draagt bij aan de erosiebestendigheid. En is beter bestand tegen langdurige droogte. Een bloemrijke dijk is een veilige dijk!
Sinusmaaien
Sinusbeheer is insectenvriendelijk beheer op de dijk die een lint vormt dwars door het agrarische landschap. Het is een 'slingerende manier van maaien' waarbij we in de eerste maaironde (vanaf 15 juni) de helft van de vegetatie laten staan. En in de tweede maaironde (half augustus), aan de voet van de dijk de andere helft, zodat de overgang van beide maaivakken organisch plaats vindt. Hierdoor ontstaat een gevarieerde vegetatie. Deze manier van maaien passen we toe op de Assendelverzeedijk en op de Hondsbossche Zeewering. In beide gevallen gaat het om dijken die geen waterkerende functie meer hebben waardoor we kunnen experimenteren.