KRW-magazine 2024
Opbouw online magazine:
- Landingspagina
- Inleiding
- Over Kaderrichtlijn Water
- Tijdlijn waterkwaliteit
- HHNK en de KRW
- Hoe werkt HHNK aan de waterkwaliteit e derde KRW-periode
- Speciaal beschermde gebieden binnen de KRW
- Overige maatregelen
- Referenties en contact
Kaderrichtlijn Water & HHNK
Op 1 januari 2022 is de derde en laatste periode van de Kaderrichtlijn Water (KRW) gestart. Dit magazine geeft inzicht in deze periode en de inspanningen die het hoogheemraadschap hiervoor levert.
Inleiding
Gezond water is van groot belang voor het welzijn van mensen, dieren en planten. Veel sectoren zijn afhankelijk van gezond water, zoals recreatie, voedselproductie, industrie en landbouw. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in Noord-Holland, vanaf het Noordzeekanaal tot en met Texel. De doelstellingen die HHNK heeft en de maatregelen die uitgevoerd worden om de waterkwaliteit te verbeteren, worden mede bepaald door de Kaderrichtlijn Water (KRW).
Op 1 januari 2022 is de derde en laatste periode van de KRW aangebroken. Het doel van dit magazine is inzicht te geven in deze planperiode en de inspanningen die HHNK hiervoor levert. Eerst wordt kort ingegaan op de waterkwaliteit door de jaren heen. Daarna is er een korte terugblik op de vorige KRW-periodes en wordt uitgelegd hoe de huidige maatregelen tot stand zijn gekomen. Vervolgens worden deze maatregelen nader toegelicht.
Introductie Kaderrichtlijn Water
In 2000 trad de KRW in werking binnen Europa. In Nederland werd de KRW vertaald in de Waterwet en daarna in de Omgevingswet, met als doel het water schoner en gezonder te maken en te houden. De KRW gaat uit van een stroomgebiedbenadering en zodoende is Nederland opgedeeld in vier gebieden: Rijn, Maas, Schelde en Eems. Per gebied werken waterschappen, Rijkswaterstaat, gemeenten en provincies samen aan schoner water. HHNK ligt in het stroomgebied van de Rijn, deze is vanwege praktische reden onderverdeeld in; Rijn-West, Rijn-Oost en Rijn-Noord. HHNK maakt deel uit van Rijn-West.
De uitvoering van de KRW is onderverdeeld in drie periodes van 6 jaar.
- KRW1: 2009-2015;
- KRW2: 2016-2021;
- KRW3: 2022-2027.
Voorafgaand aan elke periode is een plan opgesteld om het water schoon en gezond te krijgen. Voor de regionale wateren worden de doelen opgesteld door de provincie op voorstel van de waterschappen. Het Rijk bepaalt de doelen voor de Rijkswateren en natuurlijke wateren. Het type water is bepalend voor de mate van ingrijpen. De KRW maakt onderscheid tussen grote wateren zoals rivieren, meren, kanalen en waterbekkens en kleinere wateren zoals sloten. De KRW-rapportage richt zich uitsluitend op de grote wateren, maar HHNK zet zich in om alle wateren in haar gebied schoon en gezond te krijgen.
Tijdlijn waterkwaliteit
Vanaf 1850: Industrialisering en aansluiting op de riolering
Toen de industrialisering zijn intrede deed in Nederland ging de waterkwaliteit sterk achteruit. Er was destijds geen riolering en al het huishoudelijke afvalwater werd geloosd op het oppervlaktewater. Tijdens de industrialisering kwam hier het afval van de fabrieken bij. Het water was zwart en stank en ziektes zorgden voor veel overlast. Aan het begin van de 20e eeuw werd begonnen met de aanleg van riolering. Alhoewel iedereen nu gewend is aan een riool heeft het nog tot ver in de 20e eeuw geduurd voordat alle huishoudens hierop aangesloten waren. Na de komst van riolering werd ook waterzuivering mogelijk. Deze ontwikkelingen hadden een groot positief effect; de hygiëne nam toe en de verspreiding van besmettelijke ziektes nam af.
1970-heden: Bescherming waterkwaliteit in de wet
Na de Tweede Wereldoorlog nam de intensivering van de landbouw een vlucht, onder het motto: 'Nooit meer honger.' Om dit te bewerkstelligen nam het gebruik van (kunst)meststoffen en nieuwe (chemische) gewasbeschermingsmiddelen toe. Deze stoffen kwamen in het oppervlaktewater terecht. Hier zorgden met name de meststoffen voor algenbloei in het water; het water werd groen en troebel en waterplanten verdwenen. Om de waterkwaliteit te waarborgen werd in 1970 de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren aangenomen. Er kwam een vergunningsplicht voor het lozen op oppervlaktewater en voor agrariërs kwam er een mest- en lozingenbeleid. Daarnaast werden er normen gesteld aan gewasbeschermingsmiddelen. Huishoudens en de industrie werden belast voor het gebruik van het riool. Met de introductie van deze regels en voorschriften werd ook begonnen met de monitoring van de waterkwaliteit. Ondanks deze maatregelen is op sommige plekken het water nog steeds groen: blauwalgen en kroos overheersen. Dit gaat gepaard met zuurstofloosheid wat kan leiden tot stankoverlast en vissterfte.
Toekomst (2027 en verder): Preventiemethoden tegen onzichtbare vervuiling
Er wordt actief beleid gevoerd om in 2027 alle wateren schoon en gezond te krijgen of te houden, zodat er zich bij het watertype passende flora en fauna kan ontwikkelen. De maatregelen die zijn opgesteld voor de KRW zijn hier heel belangrijk voor. Tegenwoordig is er ook toenemende aandacht voor microverontreinigingen in het water: medicijnresten, bestrijdingsmiddelen, microplastics, hormoonachtige stoffen en nieuwe chemische verbindingen (PFAS). HHNK werkt aan nieuwe technieken om deze stoffen uit het rioolwater te verwijderen. Om hier meer inzicht in te verkrijgen wordt onderzoek gedaan naar de effecten op de korte en lange termijn. Daarnaast is het belangrijk om te voorkomen dat deze stoffen in het (afval)water terechtkomen. Gooi bijvoorbeeld geen ongebruikte medicijnresten in de wc en laat je afval niet achter in de natuur; wat niet in het water komt, hoeft er ook niet uit.
HHNK en de KRW
In 2000 werd de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht, met als doel het water schoon en gezond te maken. Vanuit de KRW stelt elke EU-lidstaat iedere periode van zes jaar een plan op met maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, waarover verantwoording wordt afgelegd aan Brussel. Voorafgaand aan elke nieuwe periode worden er doelen gesteld op basis van de meest recente inzichten over het watersysteem. Deze doelen worden vertaald in een pakket maatregelen, die uitgevoerd moeten zijn bij het aflopen van de betreffende periode. In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de afgelopen twee periodes en hoe de maatregelen voor de huidige 3e KRW-periode tot stand zijn gekomen.


Afgelopen periodes en huidige periode
Aan het begin van de eerste KRW-periode in december 2009 voldeed vrijwel al het water in het beheergebied van HHNK aan de toen vereiste chemische doelen. Dit gold niet voor de ecologische doelen: ongeveer de helft van de waterlichamen kreeg de score ‘slecht’ en de andere helft werd als ‘ontoereikend’ gekwalificeerd. Dit was in lijn met de landelijke situatie: in 2009 kreeg slechts 0,4% van al het water in Nederland het KRW-oordeel ‘goed’. Tijdens de eerste (2009-2015) en tweede (2015-2021) KRW-periode zijn diverse maatregelen uitgevoerd die hebben geleid tot een verbetering van de waterkwaliteit. Deze maatregelen richtten zich onder andere op het beheer en de inrichting van het gebied, emissie van stoffen uit de landbouw, monitoring, onderzoek en innovatie.
In 2015 zijn de doelen voor zowel chemie als ecologie bijgesteld. Onderstaande afbeelding geeft de toestand aan het einde van KRW2 met betrekking tot de ecologische doelen weer. Voor chemie waren er destijds voor een aantal stoffen, waaronder PAK's, gewasbeschermingsmiddelen en zware metalen (lokaal) overschrijdingen.

Voor het bepalen van de doelen in de huidige 3e KRW-periode is uitgebreid onderzoek verricht om een beter inzicht te krijgen in het functioneren van het watersysteem: een watersysteemanalyse. Uit deze watersysteemanalyses kwam naar voren dat op een aantal belangrijke punten nog niet voldaan werd aan de voorwaarden voor een goede waterkwaliteit:
- In veel kanalen, poldersloten en meren viel er niet genoeg licht op de bodem voor de ontwikkeling van waterplanten. De afwezigheid van waterplanten zorgde voor een beperkte diversiteit aan vissen en andere dieren in het water (zie: Helder of troebel).
- De hoeveelheid nutriënten in het oppervlaktewater was te hoog. Dit wordt in veel gebieden vooral veroorzaakt door de achtergrondbelasting (zie: Van nature aanwezige stoffen)
- Op veel plekken waren er vaste waterpeilen in plaats van natuurlijke waterpeilen.
- In een deel van het water was de bodem te voedselrijk en de structuur te slap voor waterplanten om te wortelen.
- Er was onvoldoende variatie in de waterdiepte.
- Een deel van het water was niet optimaal bereikbaar voor migrerende vissoorten.
- Het beheer en onderhoud was op veel plekken niet afgestemd op de waterkwaliteitsdoelen.
- Op sommige plekken waren er overschrijdingen van chemische stoffen, zoals PAK's, zware metalen en andere microverontreinigingen.
Met de kennis over deze knelpunten werd het mogelijk om gerichte en efficiënte maatregelen te nemen. Een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek is dat er in het gebied op sommige plekken sprake is van een hoge achtergrondbelasting (zie: Helder of troebel, Van nature aanwezige stoffen). Hierdoor is het op veel plekken niet mogelijk om helder water te krijgen; de KRW-doelen zijn hierop aangepast. Voor wateren die wel potentie hebben om helder te worden is als doel gesteld dit te bereiken tijdens de huidige KRW-periode (zie afbeelding).
Helder of troebel
Bij schoon en gezond water, de doelstelling van de KRW, denk je ook aan helder water. Of een water helder of troebel is, wordt sterk beïnvloed door de aanwezigheid van stikstof en fosfor. Deze stoffen kunnen van nature in de bodem of het grondwater aanwezig zijn, maar ook als meststof of uitstoot van buitenaf komen. Is er weinig stikstof en fosfor in het water aanwezig, dan zijn er weinig algen en/of kroos in het water. Hierdoor valt er veel licht op de bodem waardoor waterplanten de kans krijgen om te groeien. Dit trekt bepaalde kleine en grotere waterdieren aan die hierin gedijen. Vissen gebruiken deze waterplanten om hun eitjes op af te zetten.
Stikstof en fosfor zijn van nature altijd in bepaalde mate in het water aanwezig, maar er kan ook een teveel van deze stoffen in het water zitten. In dit geval zullen er meer algen in het water groeien. Een teveel aan algen leidt tot troebel water. De waterplanten op de bodem krijgen geen licht meer en verdwijnen. Bij deze situatie hoort een bepaalde visstand van vissen die hun voedsel in de bodem zoeken, zoals brasems en karpers. Door hun foerageergedrag houden deze soorten het troebele systeem mede in stand. Met modellen kan berekend worden tot hoever de hoeveelheid stikstof en fosfor in het water teruggebracht moet worden voordat het water weer helder wordt. Het omslagpunt wordt de kritische belasting genoemd. Alle meren, sloten en rivieren hebben individuele kenmerken en de kritische belasting zal voor elk water verschillen.
Van nature aanwezige stoffen
De KRW heeft als doelstelling om het water schoon en gezond te krijgen. Daarom worden maatregelen genomen om de hoeveelheid fosfor en stikstof in het oppervlaktewater te beperken. Echter uit de watersysteemanalyses komt naar voren dat HHNK in haar gebied te maken heeft met een hoge natuurlijke achtergrondbelasting. Dit betekent dat er van nature veel stikstof en fosfor aanwezig is, waar de mens (in recente tijd) geen invloed op heeft uitgeoefend. De aanwezige stikstof en fosfor komt onder andere door de historische invloed van de zee op het gebied en opwellend grondwater (kwel). Ook zit er van oudsher fosfor in de diepere lagen van de grond. Door deze bronnen is er van nature een bepaalde mate van stikstof en fosfor aanwezig in het water. Dit maakt het op veel plekken in het gebied vrijwel onhaalbaar om in 2027 het water gezond te krijgen naar de KRW-doelen. Daarom zijn voor KRW3 de doelen bij HHNK hierop aangepast.
Op langere termijn (2050) is er wel potentie om in een deel van deze gebieden schoon en gezond water te krijgen. Dit komt omdat er diverse ontwikkelingen zijn die invloed hebben op de toekomstige waterkwaliteit: beleidsmaatregelen in het kader van de kringlooplandbouw, aanpak bodemdaling en de aanpak van luchtkwaliteit. In de toekomst is schoon en gezond water en meer biodiversiteit op deze plekken wellicht ook mogelijk.
Monitoring ecologische en chemische doelen
Om te controleren of de waterkwaliteit daadwerkelijk verbetert, wordt er gemonitord op ecologische en chemische doelen. Voor de ecologische doelen wordt het water gecontroleerd op de aanwezigheid van algen, waterplanten, kleine waterdieren en vissen. Daarnaast wordt er gekeken naar andere kenmerken van het water zoals het fosfaat- en stikstofgehalte, concentratie van zuurstof, zoutgehalte, zuurgraad en doorzicht. Deze metingen worden gerapporteerd in de klassen: goed, matig, ontoereikend en slecht. Voor de diverse watertypen in Nederland gelden bij dit type passende richtlijnen waaraan het water dient te voldoen. Als een water de status 'goed' heeft, dan voldoet het aan de ecologische KRW-normen voor schoon en gezond water.
De chemische KRW-doelstellingen hebben betrekking op 45 gevaarlijke en giftige stoffen (prioritaire stoffen). Daarnaast is er een lijst met 77 zogenaamde 'specifieke verontreinigende stoffen'. Voor al deze stoffen zijn er wettelijke normen vastgelegd. In de monitoring wordt onderzocht hoe het staat met de aanwezigheid van al deze stoffen.
Zo werkt HHNK aan de waterkwaliteit
De maatregelen die worden uitgevoerd in de periode 2022-2027 komen voort uit de watersysteemanalyses en grijpen in op de knelpunten die bestaan in het watersysteem. Voor de waterlichamen die de potentie hebben om helder te worden is als doel gesteld dit te bereiken in KRW3. In deze gebieden wordt de uitvoering van de benodigde maatregelen actief gestimuleerd.
Voor de waterlichamen met weinig potentie tot helder water worden ook maatregelen uitgevoerd, maar deze worden minder actief gestimuleerd. Maatregelen in deze waterlichamen zullen vooral lokaal tot kwaliteitsverbetering leiden en bijdragen aan biodiversiteit. Op langere termijn kunnen wel meer kansen in deze watersystemen ontstaan. In KRW3 zetten we in deze gebieden een stap in de goede richting.
Elk waterlichaam en watertype vraagt om maatwerk, maar de maatregelen hebben wel enkele algemene kenmerken. De focus ligt op: het optimaliseren van het peilbeheer, het aanpakken van diverse nutriënt bronnen en het natuurvriendelijk maken van het beheer en de inrichting om zo de draagkracht van het systeem te vergroten. We gaan door met de aanpak van vismigratieknelpunten en de monitoring van vismigratie en tenslotte zijn er nog enkele overige specifieke maatregelen.
In het kader van het motto 'zelf, samen en door anderen' zet HHNK sterk in op de samenwerking met derden en het faciliteren van inzet door derden. Meer dan in de voorgaande periodes is het in deze periode van essentieel belang deze samenwerking aan te gaan en te versterken. In de afgelopen periodes zijn bijna alle maatregelen uitgevoerd die HHNK zelfstandig kon doen. De meeste maatregelen die de waterkwaliteit verder kunnen verbeteren, kunnen alleen worden opgelost door samen te werken met andere partijen. Daarom wordt actief de samenwerking gezocht met andere belanghebbenden zoals de landbouw, natuurorganisaties, recreatieschappen, burgers en andere overheden.
Peilbeheer
Het aanpassen van het beheer van waterpeilen is erop gericht om meer gebiedseigen water vast te houden en de aanvoer van water van buiten het gebied te verminderen. Doel hiervan is om de hoeveelheid fosfor en stikstof in het water te verminderen en zo de waterkwaliteit te verbeteren. Door de inrichting en het gebruik van ons gebied is het peilbeheer in de afgelopen eeuwen onnatuurlijk geworden. Schoon regenwater voeren we in natte perioden af om wateroverlast te voorkomen en in droge perioden voeren we water van elders aan om de sloten op peil te houden. Op deze manier kunnen we het land gebruiken voor bijvoorbeeld landbouw of stedelijke ontwikkeling. Dit strakke waterpeil is echter niet optimaal voor de waterkwaliteit en oevervegetatie. Die zijn juist gebaat bij het vasthouden van schoon regenwater en een flexibel waterpeil. Op sommige plekken is het inlaatwater daarnaast rijk aan stikstof en fosfaat, zodat gebieden hiermee extra belast worden. Het is op veel plekken echter niet mogelijk om het peilbeheer te wijzigen zonder overlast voor de landbouw of voor aanwezige bebouwing. In een aantal gebieden liggen er kansen om het peilbeheer te optimaliseren. In de meeste gevallen wordt daartoe een deelgebied geïsoleerd van de omgeving, zoals bijvoorbeeld ten behoeve van natuurontwikkeling. In deze deelgebieden kan dan een eigen flexibel(er) peilbeheer gevoerd worden. Om te bepalen wat er nodig en/of haalbaar is gaan we deze kansen eerst nader onderzoeken.
Daarnaast worden nog enkele andere maatregelen uitgevoerd die te maken hebben met het peilbeheer. In een aantal gebieden worden voorzieningen voor waterinlaat geautomatiseerd. Daarmee kunnen we regelen dat er alleen water wordt ingelaten als het waterpeil onder een bepaald niveau zakt. Bijkomend voordeel is dat het gemaal hierdoor minder vaak water hoeft uit te malen.
Beheer en inrichting
Beheer
Voor schoon en gezond water is het onderhoud van sloten van groot belang. Voor de aan- en afvoer van water is er een bepaalde ruimte nodig in de sloot; het minimale doorstroomprofiel. Deze ruimte wordt in stand gehouden door het baggeren en maaien van sloten. Voorheen waren de regels voor elke sloot hetzelfde: de sloot moest volledig vrij zijn van waterplanten en riet. In de praktijk betekent dit dat er soms meer ruimte in de sloot gemaakt wordt dan daadwerkelijk nodig voor een goede doorstroming. Door een andere kijk op het beheer van sloten is er meer ruimte gekomen voor variatie in het beheer, zolang dit het minimale doorstroomprofiel niet belemmert. Om dit mogelijk te maken zijn de regels in de schouw verruimd. Als er ruimte over is, hoeven niet alle waterplanten en riet verwijderd te worden. De aanwezigheid van planten verbetert de waterkwaliteit en biodiversiteit van de oevers. Ook zijn planten een natuurlijke bescherming tegen oeverafkalving. Bij dit project (Ruimte voor groei) worden andere onderhoudsplichtigen betrokken zoals de landbouw, natuurorganisaties, recreatieschappen en de inwoners van het beheergebied.
HHNK berekent hoeveel vegetatie kan blijven staan in het doorstroomprofiel van de watergang. In sommige gevallen blijkt dat hierdoor het maaien beperkt kan worden van twee naar één keer per jaar. Te zijner tijd komt hiervan een interactieve kaart beschikbaar op de website.
Inrichting
Om de biodiversiteit te vergroten en leefgebied te creëren voor vissen en waterdieren hebben diverse bestaande oevers een natuurvriendelijke inrichting gekregen. Tot en met 2021 is er al circa 275 kilometer aan natuurvriendelijke oevers (nvo's) aangelegd. In KRW3 is de ambitie om nog eens 75 kilometer aan te leggen. Nvo's hebben een flauw talud (geleidelijke overgang van land naar water) en bieden een variatie van natte en droge omstandigheden. Ook aanwezige rietoevers van riet kunnen een nvo vormen. Nvo's bieden een leefomgeving aan allerlei planten en dieren en dragen bij aan het vergroten van de biodiversiteit zowel op land als in het water. Naast de officiële KRW-monitoring zijn in de periode 2015-2019 veel vrijwilligers ingezet om de biodiversiteit van de nvo's te monitoren. De resultaten laten zien dat de nvo's een meetbaar positief effect hebben op de lokale verbetering van de biodiversiteit en waterkwaliteit. Daarom worden ook andere partijen gestimuleerd om nvo's aan te leggen.
Naast het aanleggen van nieuwe natuurvriendelijke oevers wordt ook aandacht besteed aan het beheer en onderhoud van bestaande oevers. Oevers krijgen te maken met dominantie van riet, afkalving of vraat door bijvoorbeeld watervogels. Lokaal wordt er ook gekeken naar het vergroten van de habitatgeschiktheid van watergangen. Denk hierbij aan het veranderen van de waterdiepte voor de overwintering van vissen.
Baggeren
In KRW3 doen we in enkele gebieden onderzoek naar de effectiviteit van baggeren. Baggeren wordt met vaste regelmaat gedaan om de sloot weer op de juiste diepte te krijgen. Op sommige plekken vindt echter ook baggeren voor verbetering van de waterkwaliteit plaats. Dit wordt niet uitgevoerd om de sloot uit te diepen, maar om de bovenste baggerlaag of slib te verwijderen. Dit slib is erg voedselrijk (stikstof en fosfor) of heeft een hele fijne structuur, wat de worteling van waterplanten bemoeilijkt. Bovendien kan dit slib zorgen voor extra stikstof en fosfaat in het oppervlaktewater. In de praktijk blijkt dat dit kwaliteitsbaggeren vaak zinvol is, maar dat dit wel afhankelijk is van de lokale omstandigheden. Van belang is bovendien dat de bron van baggervorming kan worden aangepakt voor een blijvend positief effect.
Landbouw
Vanuit de landbouw ligt er een wateropgave door de hoge belasting van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen op het oppervlaktewater. Boven op het landelijk beleid worden boeren gestimuleerd om aanvullende, bovenwettelijke maatregelen te treffen die de waterkwaliteit ten goede komen. Dit doen we via verschillende sporen, namelijk Agrarisch Waterbeheer (blauwe diensten) en het programma Samenwerken aan Bodem & Water.
Agrarisch Waterbeheer
Binnen het provinciale Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer bestaat sinds 2016 een subsidiemogelijkheid voor beheermaatregelen door de landbouw op het gebied van water. Verbeteren van de waterkwaliteit is een van de doelen van deze regeling. Voorbeelden van maatregelen zijn aanleg van bufferstroken of bloemrijke akkerranden, ecologisch slootschonen, inzet baggerpomp (veenweidegebied) en aanleg van natuurvriendelijke oevers. Deelnemende boeren worden gecompenseerd voor hun extra kosten of inkomensderving. De agrarische collectieven coördineren de uitvoering van de maatregelen en zorgen voor kennisontwikkeling en -uitwisseling onder de deelnemers.
Samenwerken aan Bodem & Water
In 2016 heeft HHNK het initiatief genomen om de wateropgaven in Noord-Holland op te pakken door samen met Provincie Noord-Holland, Hoogheemraadschap van Rijnland (HHRL), Waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV), LTO-Noord/KAVB en de vier Noord-Hollandse agrarische collectieven de krachten te bundelen in het programma ‘Samenwerken aan Bodem & Water’. Dit vanuit het besef dat we met z’n allen staan voor de opgave om te werken aan een schone natuurlijke omgeving en dat de agrarische sector hier een substantiële bijdrage aan kan leveren. Vanuit de samenwerking stimuleren we waterbewustzijn en (subsidie)maatregelen in de agrarische bedrijfsvoering, die een positief effect hebben op een veerkrachtig gezond watersysteem en een duurzame bedrijfsvoering. We maken hiervoor gebruik van het speciaal voor dit doel ontwikkelde Landbouwportaal Noord-Holland: www.landbouwportaalnoordholland.nl.
Via dit portaal krijgen alle agrarische bedrijven in Noord-Holland dezelfde mogelijkheden geboden op het gebied van kennis, advisering, maatwerk coaching en subsidie die zij op verschillende water gerelateerde thema's kunnen aanvragen. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit wordt onder andere ingezet op het verminderen van erfafspoeling, stimuleren duurzaam bodemgebruik, beperken gebruik gewasbeschermingsmiddelen en een meer ‘groene’ perceel- en oeverinrichting.
Rioolwaterzuivering
Dankzij nieuwe zuiveringstechnieken lozen rioolwaterzuiveringen (rwzi's) steeds schoner effluent (gezuiverd water). Het effluent voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen en mag daarom op het oppervlaktewater worden geloosd. Uit onderzoek is gebleken dat het verhogen van het zuiveringsrendement voor stikstof en fosfor op de rwzi Everstekoog op Texel een groot positief effect zal hebben op de ecologie ter plaatse. Op Texel is er een bijzondere situatie: er is geen andere zoetwaterbron dan leidingwater vanaf het vasteland en regenwater. Het effluent van de rwzi is daardoor een belangrijke zoetwaterbron. De rwzi op Texel beschikt momenteel over een helofytenfilter waarin het effluent nabehandeld wordt. In een helofytenfilter wordt het water op een natuurlijke manier gezuiverd doordat het door een rietkraag in moerassige grond stroomt. De planten en aanwezige bacteriën zuiveren het water en maken het biologisch meer actief. De kwaliteit van het effluent van de rioolwaterzuivering Everstekoog kan worden vergroot door het plaatsen van een extra filter dat fosfor en stikstof uit het water verwijdert. Met dit filter zal een positief effect op de waterkwaliteit op Texel worden gerealiseerd.
Naast dit project doet HHNK nog veel meer om de afvalwaterzuivering te verbeteren en te optimaliseren. Hierin spelen naast de waterkwaliteit ook de ambities: circulair en duurzaam. Verwijdering van microverontreinigingen zoals plastics en medicijnresten gaat een steeds belangrijkere rol spelen. Samen met PWN is HHNK een pilot gestart (TKI project: Ge(O)zond Water) naar de verwijdering van microverontreinigingen op de rwzi Wervershoof.
Defosfatering inlaatwater
Door inlaatwater te defosfateren wordt de hoeveelheid fosfor in het inlaatwater verlaagd. Inlaatwater is het water wat in een gebied 'ingelaten' wordt als het water beneden peil gezakt is. Het defosfateren van inlaatwater wordt ingezet in gebieden waar dit inlaatwater een grote bron is van fosfor. Het is daar een belangrijke maatregel om de voedselrijkheid van het water te verminderen, naast bijvoorbeeld maatregelen door de landbouw. Waterinlaat is in het zomerhalfjaar nodig om sloten op peil te houden of door te spoelen. Met dit water worden echter ook de nutriënten stikstof en fosfor aangevoerd, zeker als het water afkomstig is uit nutriëntrijke gebieden. Het principe van defosfatering werkt via binding van fosfor aan metalen, zoals ijzer. Er zijn verschillende technieken in omloop voor defosfateren van water, zoals bijvoorbeeld ijzerzandfilters. Daarom voeren we eerst onderzoek uit naar een techniek die geschikt is voor de toepassing op inlaatwater. Daarbij is ons uitgangspunt dat er geen vervuiling van het water mag ontstaan door chemische stoffen die bij defosfatering gebruikt worden. Defosfateren van water is een relatief dure maatregel. Daarom passen we het alleen toe in gebieden waar de kosten van de maatregel in een goede verhouding staan tot de verwachte verbetering van de waterkwaliteit.
Vismigratie
Voor schoon en gezond water is een goede ecologie belangrijk; daartoe behoren ook de vissen. Daarom worden er speciaal maatregelen genomen voor een goede visstand en de bevordering van vismigratie. Hier wordt niet alleen op ingezet vanuit de KRW, maar ook vanuit andere wet- en regelgeving, zoals de Benelux beschikking inzake vrije vismigratie en de Nationale en Europese Aalbeheerplannen. Het beheergebied van HHNK is omgeven door de Noordzee, Waddenzee, het IJsselmeer en Markermeer en het Noordzeekanaal; dit maakt het gebied bij uitstek geschikt voor migrerende vissen zoals paling en driedoornige stekelbaars. De paling wordt geboren in de Sargassozee (ten noorden van Cuba) en trekt dan naar het Europese vaste land om op te groeien in het zoete water van rivieren en polders. De driedoornige stekelbaars legt haar eitjes juist in het zoete water en trekt dan naar zee om op te groeien. Dijken, sluizen, gemalen en stuwen maken de passage van vis soms nagenoeg onmogelijk.
Tot 2021 zijn er binnen het beheergebied van HHNK al zo'n 65 vispassages aangelegd of verbeterd. Veel daarvan liggen aan de randen van het beheergebied en ontsluiten grote polders of boezemgebieden met het buitenwater; de eerste stap voor migrerende vissen om ons gebied binnen te komen. In de periode 2022-2027 worden nog meer knelpunten opgelost. Nieuw daarbij is de focus op historische waterverbindingen, waarbij we de samenwerking opzoeken met ruimtelijke ontwikkelingen en recreatieve routes.
Ons doel is om gemalen zoveel mogelijk te voorzien van visveilige pompen. Voorbeelden hiervan uit de periode 2016-2021 zijn de gemalen op Texel en het Boezemgemaal C. Mantel in Schardam. In de huidige KRW-periode onderzoeken we de visveiligheid van bestaande gemalen en gaan waar dit nodig en mogelijk is over tot vervanging.
Speciaal beschermde gebieden binnen de KRW
Zwemwater
Voor waterrecreanten is de kwaliteit van het zwemwater van groot belang. Binnen de KRW is zwemwaterkwaliteit ook belangrijk. Binnen het gebied van HHNK zijn 31 officiële zwemwater locaties aanwezig. In het zwemseizoen controleert HHNK de waterkwaliteit van deze locaties. Er zijn vanuit Europees en landelijk niveau richtlijnen opgesteld waaraan het zwemwater moet voldoen. Er wordt gemeten op aanwezigheid van bepaalde bacteriën (bijv. de darmbacterie E. coli) en blauwalgen. Als er te veel van deze bacteriën of algen in het water aanwezig zijn, kan er door de provincie overgegaan worden tot een waarschuwing of zwemverbod. De kwaliteit van het zwemwater wordt gecommuniceerd door de provincie naar de recreanten via informatieborden en via de website www.zwemwater.nl (ook beschikbaar als app).
HHNK draagt conform de taakverdeling ook voorstellen voor verbetermaatregelen aan en neemt hierin het initiatief. De locatiebeheerder (gemeente, een zwemvereniging of een recreatieschap) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de verbetermaatregelen.
In het gebied van HHNK zijn de afgelopen jaren een aantal specifieke maatregelen getroffen op diverse locaties om de zwemwaterkwaliteit te verbeteren. Zo is er in Oude Niedorp, locatie Skarpet een steiger verwijderd die watervogels aantrok. In de Jagersplas is een pomp geplaatst die diep, blauwalg arm water oppompt die de zwemhafjes doorspoelt. Bij een aantal zwembaaien in het recreatiegebied Geestmerambacht is een vergelijkbaar systeem in gebruik. Ook in 't Twiske, locaties Vennegat en Speelsloot zijn pompen geplaatst die het water doorspoelen en zo de verblijftijd van het water op deze locaties verkorten. Bij het Zwaansmeer is een ijzerzandfilter aangelegd die het water dat binnengelaten wordt defosfateert. Leuk weetje: ijzerzand is een restproduct van de drinkwaterproductie, waar tot voor kort niks mee gedaan werd.
In de periode 2022-2027 worden op diverse zwemwaterlocaties maatregelen genomen; In 't Twiske en Geestmerambacht wordt onderzoek gedaan naar nadere maatregelen die de (zwem)waterkwaliteit verder optimaliseren. In 't Twiske is dit voornamelijk gericht op het verminderen van de blauwalgenoverlast. In Stad van de Zon zijn de maatregelen gericht op het verbeteren van de vegetatie in het labyrint aan de zuidzijde van het gebied. De waterplanten zorgen voor een natuurlijke filtering van het water. Op andere locaties met knelpunten gaat HHNK door met het verkennen van mogelijke maatregelen.
Natura 2000
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In deze gebieden worden bepaalde planten, dieren en hun natuurlijke leefomgeving beschermd dankzij Europese wetgeving. Voor alle Natura 2000 gebieden is een beheerplan opgesteld vanuit de provincie. Dit plan bevat de maatregelen die nodig zijn om de beschermde natuur in stand te houden of te herstellen. Ook HHNK heeft enkele Natura 2000 gebieden binnen zijn beheergebied. De doelstellingen van Natura 2000 wegen meestal zwaarder dan de doelstellingen van de KRW, maar over het algemeen zijn beide doelstellingen niet in conflict met elkaar. Dit komt mede doordat de meeste doelstellingen voor Natura 2000 binnen HHNK-gebied voor het land gelden en niet voor water. Het kan echter voorkomen dat er tegenstrijdige belangen spelen. Een gebied kan bijvoorbeeld aangewezen zijn als leefgebied voor een kolonie vogels; de aanwezigheid van vogels kan mogelijk de waterkwaliteit aantasten. In dit geval zijn de KRW-doelstellingen ondergeschikt. In de periode 2022-2027 gaat HHNK in een aantal Natura 2000 gebieden, zoals het Zwanenwater en de Kalverpolder, onderzoek doen naar de mogelijkheden om de waterkwaliteit te verbeteren. Voor de overige gebieden wachten we initiatieven van anderen af en proberen we waterkwaliteit in die plannen mee te laten liften. Dit speelt bijvoorbeeld in Amsterdam Wetlands en polder Westzaan.
Overige maatregelen
Naast de hiervoor besproken maatregelen vinden er ook nog enkele overige maatregelen plaats.
Exoten
Ten eerste wordt er een beleid op het exotenbeheer ontwikkeld. Er is sprake van een opkomst van exoten binnen het gebied van HHNK. Exoten zijn plant- of diersoorten die hier oorspronkelijk niet voorkomen. Sommige van deze soorten verstoren het ecosysteem of richten schade aan. We spreken dan van invasieve exoten. Voorbeelden zijn: watercrassula, Amerikaanse rivierkreeften en Japanse duizendknoop. Om hier beter op in te spelen wordt er het beleid op exotenbeheer uitgewerkt. In veel gevallen is sprake van een landelijke problematiek en we volgen de ontwikkelingen bij andere waterbeheerders.
Uitloging voormalige stortplaatsen
Ten tweede wordt uitloging vanuit een aantal voormalige stortplaatsen in het gebied aangepakt. Toen afval nog niet verbrand werd, werd dit in de grond gestopt op zogeheten stortplaatsen. Deze stortplaatsen zijn later gesaneerd en het vuil is als het ware afgedekt om ervoor te zorgen dat er geen direct contact met het verontreinigde stortmateriaal mogelijk is. Echter, rondom een aantal voormalige stortplaatsen zijn verhoogde concentraties ammonium gemeten in het oppervlaktewater (uitloging). Als dit in hoge gehaltes aanwezig is, leidt dit tot toxische effecten bij bijvoorbeeld vissen. De stortplaatsen met een risico op uitloging van ammonium binnen het gebied van HHNK zijn gelokaliseerd. Samen met de provincie wordt gestart met onderzoek naar mogelijke oplossingsrichtingen voor twee locaties. De resultaten hiervan worden gebruikt voor de aanpak van de overige locaties.
Communicatiecampagne
Als laatste wordt gifvrij tuinieren onder particulieren gestimuleerd om de overschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen en overige biociden in het oppervlaktewater terug te dringen.
Meer weten?
Bezoek onze website www.hhnk.nl of neem contact op met Annette Beems of Jan Willem Huizinga via tel. 072 – 582 82 82.
Bronnen
- M. Fennema: KRW-maatregelen en doelen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2022-2027. 2020
- H. van Dam, N. Jaarsma & S. van Dam (2019). Doelen op maat 4. Systeemanalyses. Herman van Dam, Adviseur Water en Natuur, Amsterdam. Rapport 1308-4-1. / Nico Jaarsma, Aquatische Ecologie & Fotografie, Den Hoorn
- Alle rapporten van Doelen op maat
- Factsheets SGBP 2022-2027 Waterkwaliteitsportaal
- Informatiepunt Leefomgeving: Kaderrichtlijn water
- Informatiepunt Leefomgeving: Uitvoering KRW Regio Rijn-West: samen werken aan waterkwaliteit
- Monitoringsgegevens HHNK
- Landbouwportaal Noord-Holland
- Planbureau voor de leefomgeving: Balans van de leefomgeving 2023
- Provincie Noord-Holland: Natura 2000-beheerplannen
- S. van Dam: Dynamische soortensamenstelling in natuurvriendelijke oevers HHNK 2011-2019
- STOWA: Ecologische Sleutelfactoren
- STOWA: Handreiking KRW-doelen
- STOWA: Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de KRW 2021-2027
Video's over vismigratie
Fotografie en afbeeldingen
- Nico Jaarsma
- Harry Schuitemaker
- Sandra Roodzand
- Regionaal Archief Alkmaar
- Studio Ronald van der Heide
- Klaas Sjouke de Boer
- Rik Beentjes