Hulpstoomgemaal Kaagpolder
In het open West-Friese weidepoldergebied tussen Opmeer en Obdam, valt de 15 meter hoge schoorsteen op. Deze hoort bij het voormalige hulpstoomgemaal van de Kaagpolder. Samen met de naastgelegen Kaagmolen en het elektrische gemaal geven ze een prachtig beeld van de ontwikkeling van bemalingstechniek van windkracht naar motorkracht. Zowel het gemaal als de molen zijn rijksmonumenten.
Kaagpolder
Het hulpstoomgemaal ligt in de Kaagpolder (ca. 355 ha groot), vroeger de Spanbroekerkaag genoemd. Oorspronkelijk was het een drassig veengebied dat zonder ingrijpen onder water zou verdwijnen. Daarom werd in de 16e eeuw besloten het gebied in te polderen en een molen te bouwen voor de bemaling. In 1654 verrees de huidige Kaagmolen gebouwd met een vlucht van 26,28 meter, zeer groot voor die tijd. De molen pompte water naar de Raaksmaatsboezem en kreeg rond 1850 een vijzel, ter vervanging van het oorspronkelijke scheprad. De molen is nog steeds maalvaardig en fungeert tegenwoordig als hulpmiddel bij het bemalen van de polder.
Overstap naar stoombemaling
Na het midden van de 19e eeuw voldeed de molen windbemaling steeds minder goed door de bodemdaling waardoor het water steeds hoger opgevoerd moest worden. Bovendien was de wind steeds een onzekere factor. In 1879 besloot het polderbestuur een hulpstoomgemaal te bouwen. Volledige overstappen op stoom was destijds financieel niet haalbaar door de hoge kolenprijs. Bij windstilte en zware neerslag vormde het gemaal als aanvulling op de molen echt een uitkomst. Op 12 maart 1879 vond de aanbesteding van het gemaal in het Raadhuis te Spanbroek plaats.
Het ontwerp kwam van het Amsterdamse ingenieursbureau W.C. en K. de Wit, gespecialiseerd in gemalen. Het gebouwtje werd neergezet door aannemer J. Kooten uit Wognum. Helaas zorgde een rekenfout van het ingenieursbureau voor een onverwachte meerprijs van bijna 1.000 gulden.
Het hulpstoomgemaal bestond uit twee delen: een ketelhuis aan de noordkant en een machine- en pompgebouw aan de zuidkant. Een kleine stoommachine van 16 pk dreef de centrifugaalpomp aan. Naast het gemaal verrees een schoorsteen en een kolenloods, waar de kolen werden opgeslagen die per schuit werden aangevoerd. Een brug over het water werd pas later geplaatst. Het opstarten van de stoommachine was een tijdrovende klus. Wanneer het nodig was om bij te springen naast de molen, gaf de voorzitter van het polderbestuur dit een dag van tevoren door aan de machinist. Tijdens het stoken bleef de machinist onafgebroken bij de machine en woonde hij tijdelijk met zijn gezin in het gebouw.
Einde kolentijdperk
Na tientallen jaren trouwe dienst bleek het stoomgemaal in de jaren 1950 verouderd en inefficiënt. De onderhoudskosten namen toe en ook de pomp verkeerde in slechte staat. In 1958 werd de stoommachine vervangen door een Deutz-dieselmotor van 37 pk. Deze motor had diverse voordelen: hij was efficiënter, sneller inzetbaar (zonder het lange opstookproces van stoom), en verbruikte ongeveer 50% minder brandstof. Met deze modernisering kwam een einde aan het tijdperk van kolengestookte bemaling. De ruimte onder de stoomketel is toen dichtgemaakt. De oorspronkelijke stoommachine en pomp kregen een nieuwe bestemming in het Cruquius Museum in de Haarlemmermeer.
Monumentenstatus
Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw was de dieselinstallatie op zijn beurt aan vervanging toe. Elektrische bemaling bood een betere oplossing, maar het plaatsen van een nieuwe installatie in het bestaande gebouw was lastig. Door plannen voor ruilverkaveling in het gebied De Gouw, waarbij het waterpeil verlaagd zou worden, waren ingrijpende aanpassingen nodig. Daarom werd besloten een nieuw, elektrisch gemaal naast het bestaande gemaal te bouwen, waarmee het oude gemaal zijn functie verloor.
In 1994 verrees een elektrisch gemaal met schroefpomp naast het hulpstoomgemaal. De daarvoor benodigde transformator werd in het hulpstoomgemaal ondergebracht. Later is het elektrische gemaal weer vervangen door een volautomatisch vijzelgemaal met een aparte transformator. De transformator in het hulpstoomgemaal werd verwijderd en hier bleven enkele besturingskasten staan.
In 1988 werden het hulpstoomgemaal, de schoorsteen, kolenloods en de Kaagmolen rijksmonumenten. De kolenloods, die in datzelfde jaar door stormschade instortte, is een aantal jaren later herbouwd.
Extra
Fietsen
- Poldermolenroute vanuit Hoogwoud (Routiq)
- Fietstocht Hoogwoud 30 km (Westfries Genootschap)
Kaagmolen (Molendatabase)