Hornsluis Lutje Schardam
Vlak boven het dorpje Schardam ligt de Hornsluis, ook wel de Beemstersluis genoemd omdat de sluis eeuwenlang onder het beheer van de Beemsterpolder viel. De naam ‘horn’ is een oud woord dat hoek betekent: net voorbij de sluis sluiten twee dijken, de Klamdijk en de Schardammer Keukendijk in een scherpe hoek, oftewel ‘horn’ op elkaar aan. In de buurt lag in vroeger tijden een gehucht dat Lutje Schardam heette, oftewel ‘Klein Schardam’ in het Westfries.
De sluis kwam tot stand als onderdeel van de waterwerken die nodig waren toen het Beemstermeer in de jaren 1608-1612 werd drooggemaakt. Daardoor verloor de zogenaamde Schermerboezem 7.200 hectare aan waterbergend vermogen. De beheerder van de boezem, het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen, eiste daarom dat de Beemster een nieuwe afwatering zou aanleggen vanuit het Schermeer bij Ursem naar Avenhorn en verder langs Oudendijk naar de Zuiderzee bij Lutje Schardam. De afwatering werd in de jaren 1630 Nieuwe Vaart genoemd, maar kreeg in de loop der tijden andere namen.
Waar de Vaart uitkwam in de Zuiderzee werd een spuisluis in de zeedijk gebouwd, die bij eb overtollig polderwater spuide. De Beemster bleef verantwoordelijk voor de sluis. Er woonde een sluiswachter naast, en er ontstond ook een buurtschapje aan de Klamdijk, zodat Lutje Schardam wat minder ‘lutje’ werd. In 1638 bestond het uit zes gebouwen met wat bomen er om heen, ingeklemd tussen de dijk en de Nieuwe Vaart. Begin 18de eeuw verdween het gehucht alweer, mogelijk vanwege de dijkverbeteringen die nodig waren na zware stormvloeden.
De sluis was van hout, zoals veel sluizen in die tijd. Rond het jaar 1730 echter werd de paalworm, een boormossel die overal kan voorkomen, een grote bedreiging. Na een paar droge zomers was de Zuiderzee namelijk flink verzout, en kon de zoutminnende paalworm ook de Hornsluis bereiken. De dijkgraaf en de heemraden moesten in de zomer van 1734 ter plekke vaststellen dat de houten sluis zeer was aangetast door het ‘see gewormte’.
Het polderbestuur besloot een bakstenen sluis te bouwen, en die op te luisteren met fraai beeldhouwwerk. De steen- en beeldhouwer Thomas del Ferrier (1676-1755), een Antwerpse immigrant die in elk geval sinds 1701 in Amsterdam woonde, kreeg de opdracht voor twee gedenkstenen. De ene steen toont ‘Beemsterlandts wapen’, een koe in een weiland – een verwijzing naar de welvaart die het melkvee opleverde aan de Beemsterboeren.
Aan de andere kant is een steen geplaatst met een verzameling van negen bontgekleurde wapenschilden, van de dijkgraaf, de zeven heemraden en de poldersecretaris. Uit hun namen blijkt dat zij allemaal stedelingen waren, afkomstig uit Amsterdam, Edam, Hoorn en Purmerend. De Beemster was in deze tijd nog bezaaid met fraaie buitenhuizen van rijke stedelingen, zoals Vredenburgh van de schatrijke dijkgraaf Dirk Alewijn (1682-1742) uit Amsterdam. De stad was toen de baas op het Beemster platteland.
Op 6 juli 1735 werd de eerste steen gelegd door twee zoontjes van vooraanstaande polderbestuurders. Jacob Alewijn (1725-1757) was een zoon van de dijkgraaf; Jan Pet (1728-?) was een zoon van heemraad Olphert Pet (1707-1766), die ook burgemeester van Purmerend was. Voor beide jongens werd een zilveren troffel besteld. Jacobs troffel is bewaard gebleven. De troffels waren het werk van de Amsterdamse zilversmid Jan Willem Vastenouw (1700-1763), afkomstig uit Zwolle. Naast een opschrift is ook het wapen van de Beemster erin gegraveerd.
De Hornsluis werd ontworpen door de Evert Brant, meestertimmerman te Oostzaandam. De kosten bedroegen ruim 34.000 gulden maar dat was het meer dan waard. Het originele ijzeren hekwerk van de brug over de sluis staat er nu nog, en toen na de watersnoodramp van 1916 de dijken en sluizen moesten worden verhoogd, hoefde dat niet voor de Hornsluis. Na eeuwenlang eigendom van de Beemsterpolder te zijn geweest, werd de sluis in 1941 overgedragen aan het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen. In 1994 werd de sluis geautomatiseerd en het huis ernaast verkocht aan de dochter van de laatste sluiswachter. Nog altijd vervult de Hornsluis echter zijn taak.
In 2021-2022 is de Hornsluis aangepast met een nieuwe schuif die bestaat uit twee delen. Hiermee kan de sluis gedeeltelijk of helemaal worden dichtgezet. Daardoor kan de sluis het hoogwater tegenhouden wanneer de situatie erom vraagt. Tegelijkertijd blijft de functie om water in te laten of uit te laten behouden.
Extra
- De Hornsluis ligt op de wandelroute van de derde etappe van het Zuiderzeepad.
- Ook wie de Zuiderzeeroute gaat fietsen komt over de Hornsluis heen, in het traject Amsterdam-Hoorn.