Gemaal J.C. de Leeuw, Van Ewijcksluis
Aan het bescheiden uiterlijk zie je het er niet aan af, maar het gemaal J.C. de Leeuw aan de Van Ewijcksvaart is een provinciaal monument van grote waterbouwkundige historische betekenis. Het was het allereerste permanente stoomgemaal van het Noorderkwartier, ingezet bij de bedijking en bemaling van de Anna Paulownapolder.
In de jaren veertig van de 19de eeuw was er grote behoefte aan landbouwgrond omdat er grote vraag was naar Nederlandse landbouw- en veeteeltproducten. Het was daardoor interessant voor investeerders om geld te steken in landaanwinning en in de Kop van Noord-Holland kwamen daardoor verschillende polders tot stand door privé-initiatief. De grootste droogmakerij was de Anna Paulownapolder, waarvoor in 1844 koning Willem II toestemming had verleend en waaraan koningin Anna Paulowna haar naam gaf. De polder werd met behulp van windmolens en een stoomgemaal, een toen nog experimentele techniek, in de jaren 1845-1846 drooggemalen.
De stoommachine werd geleverd door de Utrechtse stoommachinefabrikanten G. de Waal en E. van Driest en werd in een houten loods ondergebracht bij de nieuw aangelegde Van Ewijcksluis. De machine had een vermogen van 23 pk, dreef een vijzel aan en kon per minuut 100 kubieke meter water wegmalen. In 1847 leverden de Utrechters nog een tweede stoomketel en werd de houten loods vervangen door een stenen gemaal, neergezet door de Haarlemse aannemer Willem van Doorn (1790-1874), die ook boerderijen en bruggen in de nieuwe polder bouwde.
De bemaling van de Anna Paulownapolder bleef niettemin jarenlang moeilijkheden geven. Er werden in totaal zes vijzelwindmolens geplaatst, die tot 1913 in gebruik bleven. In 1873 werd besloten de stoommachine in het gemaal te vervangen omdat die geheel verouderd was en heel veel steenkool verstookte. Er werden twee nieuwe ketels geplaatst, dit keer gemaakt door de Amsterdamse stoommachinefabriek De Atlas. Het gemaal kon vanaf toen 82 kubieke meter water per minuut uitslaan. Daarnaast werd besloten bij het dorp Kleine Sluis een stoomgemaal bij te bouwen. Vanaf 1873 sprak men daarom van gemaal I en gemaal II.
Rond 1900 dacht het bestuur na over vervanging van de stoommachines, maar uiteindelijk stapte men in 1912-1913 over op de nieuwe techniek van de zuiggasmotor. In het geheel vernieuwde gemaal I kwamen in 1912-1913 twee zuiggasmotoren, geleverd door de Engelse machinefabriek Crossley Motors in Manchester. De twee vijzels werden vervangen door twee centrifugaalpompen, geleverd door de bekende Hengelose machinefabriek Stork. Ook gemaal II werd voorzien van een zuiggasmotor en de bemaling werkte nu zo goed dat de windmolens konden worden verkocht, op één na.
In de nacht van 13 op 14 januari 1916 werd de Nederlandse kust getroffen door een zware noordwesterstorm. Op verschillende plekken in Noord-Holland, waaronder de Anna Paulownapolder, braken de zeedijken door. Een groot deel van de polder overstroomde en bleef maandenlang onder water staan. Gemaal I en II konden het niet alleen aan: tal van mobiele noodgemalen werden ingezet en ook de laatste vijzelwindmolen maalde mee. In drie maanden tijd werd de Anna Paulownapolder leeggemalen. Voor de molen was het een zwanenzang: in 1919 werd hij ontmanteld.
In 1933 waren de zuiggasmotoren aan een grondige en dure opknapbeurt toe. Omdat ze ook duur waren in het gebruik werd besloten ze te vervangen door twee elektromotoren van elk 100 pk die voortaan de centrifugaalpompen aandreven. De motoren werden geleverd door het elektrotechnisch bedrijf Smit te Slikkerveer. Het gemaal werd verbouwd en verkleind omdat het deel waar de gasgenerator stond niet meer nodig was. Alleen de machinekamer bleef staan en verscheidene vensters werden dichtgemetseld.
Op 22 september 1942 besloot het bestuur van de Anna Paulownapolder de gemalen te hernoemen naar verdienstelijke personen uit de geschiedenis van de polder. Gemaal I werd vernoemd naar Johan Carel de Leeuw (1816-1880), de ontwerper en eerste dijkgraaf van de polder. Hij had vanaf 1845 de leiding over de bedijking en had zelf de polderwegen van een naam voorzien. De weg die nog altijd uitkomt bij gemaal J.C. de Leeuw noemde hij Stoomweg, naar de stoommachine. Hij was een groot voorstander van stoombemaling en van de inpoldering van de Wieringermeer.
Jarenlang voldeden de gemalen, maar tussen 1988 en 1994 werd de waterhuishouding van de polder aanzienlijk verbeterd door de plaatsing van twee nieuwe gemalen. Aan de Oude Balgdijk werd in 1989 het nieuwe gemaal Balgdijk gebouwd. Gemaal J.C. de Leeuw was in 1984 op de provinciale monumentenlijst geplaatst en werd na 1989 alleen nog maar ingezet als noodgemaal, zoals bij extreme regenval of groot onderhoud aan Balgdijk. Kort geleden is er een nieuwe elektromotor geplaatst die een oude centrifugaalpomp aandrijft. Deze pomp kan 55 kubieke meter water per minuut uitslaan.
Extra
- Gemaal J.C. de Leeuw ligt onder andere aan de fietsroute Den Helder - Julianadorp - Anna Paulowna - Van Ewijcksluis - Den Helder (Fietsknoop).
- Wie de Oude Veerroute wandelt, komt ook langs het gemaal (Wandelnetwerk Noord-Holland).