Dieselgemaal Beetskoog
Ooit pompte gemaal Beetskoog het water uit polder Beetskoog naar de Schermerboezem. Dit voormalige stoomgemaal is gebouwd in 1877 en bemaalde tot 1954 de polder. In 1982 werd het een museumgemaal. Van mei tot en met september is het iedere eerste zondag van de maand open voor publiek en draait de motor.
Polder Beetskoog
Polder Beetskoog, tussen Beets en Oudendijk, werd sinds de zeventiende eeuw boven water gehouden door windmolens. De polder stapte in 1877 over op een stoomgemaal. De zuivelprijzen waren tot grote hoogte gestegen en de boeren waren bereid in de nieuwe stoomtechniek te investeren. Bij molens was de wind immers altijd een onzekere factor en een stoomgemaal bood zekerheid, hogere opbrengsten en nog meer geld in het laatje.
Dieselgemaal Beetskoog
Polder Beetskoog ging voor de bouw van het gemaal in zee met het ingenieursbureau van W.C. & K. de Wit uit Amsterdam. Kenmerkende elementen van de bouwstijl van dit bureau waren de flauwe dakhelling, het roosvenster in de top van de gevel en de logische indeling van het interieur (de ketel, stoommachine en vijzel zijn in één bouwlichaam geplaatst).
De aandrijving bestond uit een stoommachine met een vermogen van 22 pk. De machine dreef een vijzel aan met een doorsnede van 1,65 meter, waarmee het gemaal een capaciteit haalde van 50 kubieke meter per minuut bij een opvoerhoogte van 2 meter. Aan de achterzijde stond een 16 meter hoge schoorsteen.
Brons-dieselmotor
In 1910 werd de hele installatie vernieuwd. De stoommachine maakte plaats voor een Brons-dieselmotor met een vermogen van 50 pk. Deze werd met een brede lederen riem gekoppeld aan een nieuwe Stork-centrifugaalpomp, waarmee het gemaal een capaciteit kreeg van 70 kubieke meter per minuut. Deze pompt het water omhoog van -2.43 m NAP in de polder naar een peil van -0,50 m NAP in de Schermerboezem.
De Brons-motor is een uitvinding van Jan Brons uit Appingedam. Hij was een bouwvakker die sinds 1891 druk met verbrandingsmotoren experimenteerde. Zijn motor had geen brandstofpomp nodig en was daarom goedkoop.
Gemaal buiten bedrijf
In 1954 werd een nieuw elektrisch gemaal nabij de provinciale weg N247 gebouwd. Dit gemaal nam de bemalingstaak over. Het dieselgemaal functioneerde tot 1967 als reservegemaal en werd daarna buiten bedrijf gesteld. Door de oplettende buren, die in de machinistenwoning woonden, maar vooral door de inzet van voormalige beheerder Berend Eikenaar – hij ontving hiervoor een koninklijke onderscheiding – is de installatie uit 1910 compleet en bedrijfsklaar bewaard gebleven. Hierdoor behoort het gemaal tot een van de weinige gaaf bewaard gebleven voorbeelden van gemaaltechniek uit het begin van de twintigste eeuw van Nederlands fabricaat. Sinds 1982 is het dieselgemaal opengesteld voor publiek en staat het op de provinciale monumentenlijst van Noord-Holland. In 2000 heeft het dieselgemaal zelfs nog stand-by gestaan tijdens de Millenniumbug.