De Nieuwendam bij Assendelft
Op de grens van de gemeentes Uitgeest en Assendelft rijst in het polderlandschap een korte dijk op, de Nieuwendam. De gemeentegrens loopt langs wat vroeger het Kromme IJ was en dwars door de in 1357 opgeworpen dam die deze zeearm toen afsloot.
Het Kromme of bochtige IJ was een uitloper van het IJ, dat tot bij Beverwijk door Noord-Holland slingerde. Het IJ was een arm van de Zuiderzee. Het Kromme IJ kwam uit in het Lange- of Alkmaardermeer. De dorpen Krommenie en Krommeniedijk ontlenen er hun naam aan. Het was een belangrijk viswater en tevens onderdeel van de vaarroute tussen Alkmaar en Haarlem. Als open verbinding tussen het zeewater van het IJ en de meren in het Noorderkwartier leverde het bij storm echter ook gevaar op.
Graaf Willem V van Holland (1330-1389) gaf daarom in 1357 toestemming om het Kromme IJ af te sluiten met een dam tussen de dijken om Uitgeest en Assendelft. Wel moest er een stuk van ongeveer vijf meter open blijven ten behoeve van scheepvaart en visserij. Daar mocht men een sluis in maken. De dam in het Kromme IJ kwam bekend te staan als de nieuwe dam, oftewel Nieuwendam – niet te verwarren met het dorp Nieuwendam en een andere, latere Nieuwendam nabij Monnickendam.
Het bestuur, het college van de damheren of dammeesteren, bestond uit de schout van Akersloot als dijkgraaf en vertegenwoordigers van Akersloot, Uitgeest, Wormer en Graft – later ook De Rijp – als heemraden. Deze dorpen hadden belang bij de dam, die vooral hun bescherming bood. Daarom waren ze belast met het onderhoud. Het college van de damheren bleef bestaan tot 1971 toen het opging in een groter waterschap.
Langs de Nieuwendam ontstond een nederzetting, waar boeren en vissers woonden. Rond 1550 stonden er 10 tot 12 huizen, mogelijk met een herbergje en een kapel. Tegenwoordig staat er nog maar één boerderij. Het buurtschap stond vermoedelijk bekend als Busch en Dam of Bus en Dam, zoals de omgeving van de dam nog steeds wordt genoemd. De naam Busch is ontleend aan het Zaanse woord voor bos, waarmee door bomen verruigd rietlandschap aan werd geduid.
In 1544 beval keizer Karel V (1500-1558) als graaf van Holland afsluiting van de laatste open zeegaten in het Noorderkwartier om overstromingsgevaar en landverlies te voorkomen. In 1546 werd een sluis aangelegd, maar daardoor viel de stroming weg en slibde het Kromme IJ razendsnel dicht. Er bleef een smalle geul over, de Kil. De sluis werd in 1569 vervangen door een overhaal, waar alleen kleine schepen overheen konden worden getrokken.
In de 17de eeuw werden nog één keer sluizen geplaatst in de Nieuwendam. De Heerhugowaard en het Wormermeer werden drooggemaakt, waardoor de waterberging of boezem in Noord-Holland rond 1630 veel kleiner werd. Om dat te compenseren verplichtte de boezembeheerder, het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen, de polders twee spuisluizen aan te brengen. Eén ervan was ook schutsluis voor het scheepvaartverkeer. Maar dichtslibben bleef een probleem. Nadat Uitwaterende Sluizen in 1651 bij Nauerna een duikersluis had aangelegd voor de waterafvoer, was een sluis in de Nieuwendam overbodig.
Ondanks de verlanding was wateroverlast nog niet uitgesloten. Bij stormvloed kon vanuit de Zuiderzee in het IJ geperst water geen kant op en braken de dijken door. Bij de beruchte Kerstvloed van 1717, die grote schade aanrichtte in Noord-Holland, sloegen de golven grote gaten in de IJdijken, waarvan twee nabij de Nieuwendam. Om herhaling te voorkomen werd besloten het opgeslibde land voor de Nieuwendam te bedijken. De nieuwe polder werd Binnengedijkte Buitenlanden, Noorder Buitendijken of Honderd Morgen genoemd.
Omdat de polder De Noorder Buitendijken hoger lag dan het omringende land waren de boeren voor zoet water afhankelijk van het restant van het Kromme IJ, dat nu de Ham werd genoemd. In 1731 werd, na twaalf jaar geharrewar, een molen geplaatst die water uit het Ham omhoog maalde. Krommenie was hier fel op tegen omdat er veel zoet water nodig was voor de zeildoekweverij. Hoewel de molen de Slof heette, kreeg hij van de Krommenieërs de bijnaam de Waterdief. De molen was een achtkante buitenkruier voorzien van een scheprad.
Rond 1900 had het college van de damheren alleen nog gezag over minder dan een hectare grond op de dam en verdiende het een klein bedrag met de verpachting van het gras. De vervallen molen werd in 1926 vervangen door een ook al weer verdwenen elektrisch gemaaltje. Tegenwoordig ligt er een duiker door de dam. De laatste dijkgraaf, de burgemeester van Akersloot, vond dat de dam wel kon worden afgegraven. Zover kwam het niet. De Waterdief zal bovendien terugkeren op zijn oude plek: sinds 2021 wordt gewerkt aan de herbouw van de molen.
Extra
- De Nieuwendam maakt deel uit van de fietsroute Crommenije en Stelling van Amsterdam (Oer-IJ).
- Een andere fietsroute die over de dam voert is de Jubileumfietsroute (Laag Holland).
- Er zijn geen wandelroutes over de dam, maar de Busch en Damroute (Wandelnetwerk Noord-Holland) komt er vlak langs.
- De Waterdief wordt herbouwd: het is de bedoeling dat de molen in 2026 is teruggekeerd op zijn oorspronkelijke plek. Dit filmpje geeft een indruk van de voorbereidende bezigheden. Zie voor meer informatie over het project: https://dewaterdief.nl/.